Vanuit mijn reptielenachtergrond ben ik welbekend met de termen leucisme, albinisme en melanisme. De één vind het prachtig en tikt soms grof geld voor neer voor een dergelijke exemplaar terwijl de ander het verafschuwt en het af doet als een genetisch defect waar nooit mee gekweekt mag worden. Vandaag vond ik een leucistische meerkoet en het leek me aardig de verschillen eens uiteen te zetten.
Eigenlijk kan je bij ieder leven wezen, ongeacht het soort of ras, deze afwijking tegen komen. Ook bij mensen dus. Leucisme en albinisme kom je in de vrije natuur wat minder tegen dan melanisme simpelweg omdat deze afwijkingen eerder ten prooi vallen aan predatie. Ze vallen simpelweg veel meer op. Dat geld ook voor dieren die zelf de predator zijn, succesvol jagen wordt lastig als je hagelwit bent. Daarnaast levert albinisme tal van andere problemen als doofheid en blindheid op waardoor het individu bij voorbaat al kansloos is. Overigens worden de termen leucisme en albinisme vaak verkeer door elkaar heen gebruikt.
Een dier behept met albinisme heeft bijvoorbeeld altijd rode ogen. De ogen zijn niet rood gekleurd maar eigenlijk juist geheel transparant en de rode kleur is het bloed wat er door heen vloeit. Leucisme hebben dus altijd donker gekleurde ogen en staan er, afgezien van de opvallende kleur, net iets beter voor in termen van overlevingskans. Melanisme is echt het tegenovergestelde van leucisme waarbij de individu te veel zwart pigment ook wel melanine genoemd heeft. Maar ook hier weer regelmatig ten onrechte. Zeker bij adders zie je vaak dat een zogenaamd melanistisch dier in het zonlicht eigenlijk gewoon donkerbruin is en zijn tekening nog heeft. Gewoon een donker dier dus en geen melanistisch dier.
Door de jaren heen heb ik het redelijk wat keren gezien. Een melanisctische vos, een albino gladde slang en een leucsistische merel. En nu vandaag dus ook een meerkoet.