Ik dacht slim te zijn, ik dacht een stuk af te kunnen snijden. Op het strand leidde een mui naar een binnenmeer en deelde zo het strand op in twee stukken. Om aan de andere kant van de mui te komen en dus de andere kant van het strand moest ik een een flink stuk omlopen terwijl de mui maar een meter of drie breed was en ogenschijnlijk niet al te diep. Ik besloot er doorheen te waden. Dat ging een heel stuk goed tot in het midden van de mui ik wegzakte tot boven mijn knieën. Ik viel voorover en moest zo naar de andere kant van de mui kruipen. Mijn laarzen liepen vol maar doordat ik een regenbroek aan had viel het verder wel mee. Wat koud en een slecht humeur, meer had ik er niet aan over gehouden. En de drieteenstrandlopertjes deden dat slechte humeur snel verdwijnen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *